De dokwerker (vervolg)

20150225-DokwerkerIk wilde er heen. Er bij zijn. Want eigenlijk is het een gebeurtenis om te herinneren. Dat 75 jaar geleden zoveel mensen op stonden voor een minderheid. Dat mensen gezamenlijk protesteerden tegen beleid opgelegd door de autoriteiten. Dat mensen tezamen riepen “tot hier en niet verder!“. Maar meer nog dat voldoende mensen zagen dat er iets flink mis was en dat het tijd was voor actie.

Maar ik voelde me niet welkom. Ik was een vreemde onder deze mensen. Deze mensen wilden mij niet kennen. 4 agenten hielden me constant in de gaten en liepen met me mee. Eentje was blijkbaar bijziend want hij liep wel erg kort achter me door en toonde bijzonder veel aandacht voor mijn rug. Een vrouw liep met een bordje op een stok. In haar andere hand had ze pamfletten. Op het bordje prijkte “TEGEN RACISME TEGEN ISLAMOFOBIE”. Ik keek haar aan maar ze keek weg. Ze deelde haar pamfletten uit maar meed mij of ik pest had.

Alleen een Hongaar sprak me aan. Hij vertelde dat in Hongarije destijds géén Joden waren afgevoerd omdat de Hongaren het niet toe stonden. Hij vertelde me dat Nederland als de besten meewerkten met de Duitsers. Ik keek hem aan en ik moest het erkennen. Hij heeft gelijk maar dat deze man dit wist, daar schaamde ik me voor.

Ik vertelde waarom ik er was. De verbondenheid met het gebeuren. Een vrouw hoorde dit en keek me aan: “je wil toch de joden niet met jullie vergelijken?“. Ik kreeg niet de kans om te antwoorden; ze liep al door.

Nee, ik wil de joden niet met de motorclubs vergelijken. Ik vergelijk de situatie waar we in verkeren. Burgers die bestookt worden met leugens en halve waarheden. Een overheid die een groep beschuldigd van allerlei onzin en maatregelen neemt tegen een complete groep, zonder aanzien des persoons. En vervolgens de burgers die daar in mee gaan. Die deze groep ook verstoten. Die ook niks meer te maken willen hebben met die groep. En de vele burgers die toekijken en niets doen; het gewoon laten gebeuren. DAT is vergelijkbaar.

Na 3 kwartier wilde ik weg en liep de stad in. Een vrouw in een veel te grote rode jas naast een fiets riep: “Ja, rot maar op. Je hebt hier niets te zoeken“. Ik keek om en vroeg me af of ik dit goed gehoord had. Ze deinsde terug en draaide achter een boom. Typisch.

Er bekroop me een gevoel van berusting. Ik dacht even: “Als het weer gebeurt dan sta ik hier alleen met die Hongaar. De rest ziet het nog niet als ze de film van te voren kijken.“.

Bloemen leggen bij een beeld is niet herinneren. Luisteren naar mooie woorden van bobo’s is niet herinneren. Samen een wandeling maken is niet herinneren.

Herinneren is herkennen en actie ondernemen, zodat het nooit meer gebeurt.

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.