Vroeg of laat krijgt iedereen er wel eens mee te maken. Of je hebt schulden maar je kunt ook gedagvaard worden of een bekeuring niet betaald. Uiteindelijk klopt altijd de GERECHTSDEURWAARDER op de deur.
Als we denken aan een deurwaarder dan denken we aan een bijzonder integer persoon, vergelijkbaar met een notaris of zo. Degelijk opgeleid en onkreukbaar. Helaas is de praktijk enigszins anders. Mijn persoonlijke ervaring is dat onze lokale gerechtsdeurwaarder het niet zo nauw neemt met de regels.
Ik zal een drietal persoonlijke ervaringen uiteen zetten:
Op 28 mei 2008 krijgen we een brief van deurwaarderskantoor van Seggelen. We zouden verzuimd hebben een bedrag van 90,03 te betalen wegens een “vrijwillige ouderbijdrage“. Uiteraard in deze brief de nodige krachttermen en bedreigingen. Maar …. vrijwillige ouderbijdrage? Hoe is het mogelijk dat dit gevorderd wordt? Ik besluit verweer te voeren en de deurwaarder bindt in. De zaak is van de baan. Verbazing alom natuurlijk als we op 17 oktober van dat jaar eenzelfde brief ontvangen met exact hetzelfde dossiernummer ontvangen. Slechts de woorden “vrijwillige ouderbijdrage” zijn vervangen door “Thuisblijversprogramma“. Licht geïrriteerd besluit ik nu verweer te voeren bij de rechtbank om deze deurwaarder eens op de vingers te tikken. Helaas kregen we van de rechtbank vlak voor de zitting een brief met de woorden: “Hierbij deel ik u mee dat de zaak ter rolle van 28 januari 2009 is doorgehaald. De procedure is hiermee beëindigd.“. Niks tik op de vingers dus; de deurwaarder haalt de zaak gewoon terug bij de rechtbank.
Casus 2 speelt in 2012 en hierover heb ik al eerder bericht: Nederland beloont Militair met attentie bij thuiskomst. In deze kwestie legde deurwaarder van Seggelen zich er niet bij neer dat een aangetekend verzet de zaak verdaagd. Hij mocht dus niets meer doen in afwachting van de uitspraak van de rechter. Zijn woorden “Met de Rechtbank of u vermeende verzet heb ik niets te maken. Zolang ik niets hoor van het CJIB zet ik de procedure voort.” schoten me echter in het verkeerde keelgat en daarom stuurde ik een klacht naar de Kamer voor Gerechtsdeurwaarders. Meteen beklaagde ik me ook maar over de eerste kwestie.
Teleurstellend was dat de eerste klacht buiten de periode van 3 jaar viel en dus “buiten beoordeling gelaten” werd. In de 2e casus oordeelde de kamer: “Dat de gerechtsdeurwaarder de executie niet wenste te staken zonder bericht van zijn opdrachtgever over het ingediende verzet tegen het dwangbevel is begrijpelijk en niet tuchtrechtelijk laakbaar.“. Zeer teleurstellend omdat de wet zeer duidelijk is: een verzet verdaagd de zaak; of het CJIB dit nu erkent of niet. Heel vreemd is ook dat men claimt dat de klager het “verweer” van de deurwaarder ter inzage krijgt. Ik heb het helaas nooit gezien. Sterker nog: ik heb er jaren niks van gehoord. Toen ik in 2016, bij een nieuwe klacht, hierover informeerde stuurde men mij een beschikking na. De kamer beweerde dat deze per post reeds in 2012 verstuurd was.
Zoals gezegd dit jaar zaak 3: Op 2 februari jl. duwt dhr. van Seggelen persoonlijk een document binnen. Ik zit op het toilet en mijn vrouw op de bank. Geen deurbel, geen klopje op de deur, NIETS. Mijn vrouw raapt het document op en er staat te lezen: “In een poging dat beslag te leggen ben ik vandaag bij u aan de deur geweest, echter trof ik noch u, noch iemand anders die u in deze rechtsgeldig kon vertegenwoordigen, aan.” en even verderop “Mocht ik dan weer niemand aanwezig treffen, dan zal ik door middel van het forceren van een raam of deur in het bijzijn van de politie (hulpofficier van justitie) mij de toegang tot uw pand verschaffen“. Wij zijn beiden stomverbaasd. Een deurwaarder, die toch integer moet zijn, schrijft gewoon op dat hij niemand thuis aantrof. Ik kijk er de camerabeelden op na.
Die zijn overduidelijk: hij heeft NOOIT aangebeld of enige andere poging ondernomen te kijken of er iemand thuis was. Ik bel het deurwaarderskantoor. Dat gesprek gaat al snel de verkeerde kant op: ik zou LIEGEN hierover.
Ik dien de 3e klacht in bij de Kamer voor Gerechtsdeurwaarders. Bij mijn e-mail voeg ik de filmbeelden en het opgenomen telefoongesprek. Wederom zeer teleurstellend antwoord de kamer: “De camera-beelden en het telefoongesprek kunnen niet aan het dossier worden toegevoegd omdat de Kamer deze niet kan afluisteren.“. Wacht even; zo makkelijk laat ik me niet aan de kant zetten: “Deze bewijsmiddelen zijn in de meest gangbare formaten aan u gestuurd. Mp3, mp4 en avi zijn door ieder systeem af te spelen. Welk formaat wil u het dan hebben? Dan zorg ik daarvoor. Het kan niet zo zijn dat essentiële bewijsmiddelen genegeerd worden omdat blijkbaar de techniek ontbreekt.“. Gelukkig reageert men nu iets beter: “Inmiddels heb ik via de ict afdeling voor elkaar gekregen dat het audiobestand ook kan worden beluisterd. U hoeft het bestand niet meer te converteren.“.
Gisteren heb ik een e-mail-reply gestuurd naar de Kamer voor Gerechtsdeurwaarders: “Ik heb sinds onderstaande mail van u niets meer mogen vernemen omtrent deze klacht. Kunt u mij vertellen wat de status is?“. Bijna 8 maanden na dato. Hoe waren de woorden van Kafka ook weer?