In het nieuws en dus actueel: “Steeds meer gemeenten maken afspraken met woningcorporaties om het aantal sociale huurwoningen te vergroten.“. Goed nieuws, lijkt me, met het oog op de lange wachtlijsten voor een sociale huur-woning.
Alweer een paar jaar wonen we in de binnenstad van Helmond. Midden in een multiculturele straat en naar volledige tevredenheid. Het liefst zouden we hier blijven wonen maar helaas staat onze woning op de nominatie te worden gesloopt. Eind 2018 moeten we echt weg zijn, zo vertelt ons de woningbouwvereniging Woonpartners.
Ik kijk eens rond op de website en vind het knopje “beleidsvisie“. Daaronder valt te lezen “Bij sloop & nieuwbouw wordt het minimale betaalbare aanbod behouden“. Dat stelt gerust, zou je zeggen. Ik ben niet de enige die graag zou terugkeren in deze straat met deze bewoners.
Door onze buren werd ik gevraagd om met hen mee te gaan naar een voorlichtings-avond. Zij zijn, voor het merendeel, van Marokkaanse afkomst en onze taal niet geheel machtig, laat staan onze rechten en plichten als het gaat om wonen. Hoewel ik er zelf ook niet alles van weet stem ik in en samen gaan we op pad.
De woningbouwvereniging presenteert een prachtige powerpoint-presentatie waar eigenlijk weinig uit op te maken is. Leuke foto’s van inmiddels gerealiseerde woningen en plannen. Hoe mooi wordt onze binnenstad met deze plannen is de strekking. Essentiële vragen worden echter niet beantwoord. We zijn dus afhankelijk van de Q&A achteraf. Mijn buurvrouwen stellen mij een aantal vragen maar er waren er in mijn hoofd ook al een paar opgekomen.
Het was me al gebleken uit de presentatie dat Woonpartners niet alleen sociale huurwoningen bouwt maar ook koopwoningen. Ik wil graag de aantallen weten. Het blijkt dat er ruim 300 woningen in totaal gesloopt zijn of nog gesloopt moeten worden. Daarvoor in de plaats bouwt de vereniging 180 huurwoningen terug. De rest zijn koopwoningen. Je zou verwachten dat deze nieuwe huurwoningen voor de sociale huursector zijn en dus met de huur binnen de subsidie-grens gaan vallen. HELAAS, een gedeelte is NIET voor de sociale verhuur. Ergo: het aantal sociale huurwoningen wordt ongeveer gehalveerd.
“En de woningen in onze straat? Die komen toch wel onder de subsidie-grens?“. Het antwoord verbaast nog meer: “Op de plaats waar jullie woningen staan komen koopwoningen dus NEE, je kunt daar niet terug.“. Mijn buurvrouw heeft inmiddels een aanbod gekregen: Ze komt in aanmerking voor een woning, een eind verderop, met 2 slaapkamers. Maar ze heeft 3 thuiswonende kinderen, 2 dochters en een zoon. Moeten die dan 1 slaapkamer delen? Het antwoord is even teleurstellend als ongeïnteresseerd: “U moet wel snel beslissen want anders staat u binnenkort op straat.“.
Ik vraag of een woningbouwvereniging niet een doelstelling en verantwoordelijkheid heeft t.o.v. de sociale huursector. Een even teleurstellend antwoord volgt: “Wij mogen volgens de wetgeving ook koopwoningen bouwen.“. Ik kan dat niet ontkend of bevestigd krijgen; ik weet er eenvoudigweg te weinig van en kan er ook niets over vinden. Moreel lijkt het me echter niet juist en heb ik geen vrede met dit antwoord.
Overbodig te vermelden dat eigenlijk op alle vragen een onbevredigend antwoord kwam. Men vroeg me uiteindelijk zelfs wat ik daar kwam doen. Men liet ondubbelzinnig blijken niet blij te zijn met mijn aanwezigheid en vragen. Het lijkt erop dat onze gezellige multiculturele straat binnenkort verleden tijd zal zijn. En waar we heengaan? Dat weet eigenlijk nog niemand …
(Vervolg)